Maar wat is de betekenis van de uitdrukking conceptuele hier; wat heeft conceptuele te maken met het, doorgaans als ambachtelijk gekenschetste, grafisch werk van de kunstenaar? Terwijl ik de indruk had dat het daadwerkelijk betekenisvol was om zoiets op te merken, ging ik steeds meer twijfelen aan de zin van de opmerkingen.
Staand voor een van de werken vroeg ik: "Is dat een sok?" "Ja, dat is de afdruk een echte sok." "Fietsband?" "Ja hoor, afdruk van fietsband." Om mijn vragen voor te zijn: "Dat is een echt takje, materiaaldruk." Door dit zekere realisme in het werk zag ik de werkwijze, en let wel, werkwijze is iets anders dan techniek of het ambacht. Jacomijn den Engelsen vroeg me niet of ik wist hoe de houtdruktechniek in zijn werk gaat. Ik kon altijd nog zeggen dat ik het boek De grafische Technieken, Uitegeverij Cantecleer 1979, heb gelezen, in 1980, gelezen dus. Zodat ik weet dat men in hout sneden maakt met een guts en dat in Japan kops palmhout gebruikt wordt. Wat ik in het werk van Jacomijn den Engelsen opmerk, is dat er herhaaldelijk dezelfde voorstellingen te zien zijn; boekstapels, zakdoekjes, kommen. Het is dus niet één drukvorm die wordt afgedrukt, niet één houten vlak waarin de gehele voorstelling, als vanuit het perspectief van de alwetende verteller, wordt aangebracht.
Assemblage en montage maken het mogelijk om verder te gaan dan de onmiddellijke betekenis die de voorstelling levert. Zoals bij het werk 'Homeless'; wat heeft een dakloze bij zich in tassen aan zijn stuur hangend? Een bos sleutels, een bundel documenten, sokken. Door de montage wordt het leven van een concreet mens scherp in beeld gebracht. Dit is niet slechts ambachtelijk, het zijn geen les belles images die Jacomijn den Engelsen met haar werk toont. Grafische kunsten hebben altijd een politiek-maatschappelijk kant gehad en nog, ook dat is een kant van het werk van Jacomijn den Engelsen.