Razende stilstand
collectiepresentatie hedendaagse beeldende kunst
Stedelijk Museum Breda, 2021 05
Selectie uit de collectie hedendaagse kunst, 1970-2020, van Stedelijk Museum Breda, aangevuld met enige bruiklenen van kunstenaars en particulieren. Ad van Rosmalen werkte als gastcurator samen met conservator Marjolein van de Ven bij het realiseren van deze tentoonstelling waarin werken getoond worden tegen de achtergrond van maatschappelijke ontwikkelingen in stad en wereld.

De titel
In 1992 benoemt de Franse filosoof Paul Virillio de toestand van de wereld als een razende stilstand. Drie jaar na de val van de Berlijnse muur zijn er vanuit de verschillende kennisdomeinen wetenschappers die vaststellen dat de geschiedenis tot een einde gekomen is omdat de liberale democratie, met de teloorgang van het communisme, de enige politieke doctrine is geworden. Er is vanaf dat moment geen ideologische strijd meer en de geschiedenis stopt. Francis Fukuyama, een Amerikaanse politicoloog, is de meest bekende theoreticus van deze opvatting in zijn boek Het einde van de geschiedenis en de laatste mens, ook uit 1992.

In Leven in tijden van versnelling, uit 2016, noemt Hartmut Rosa de uitdrukking van Virillio als de bevestiging van de structurele en culturele stilstand die tegelijk opgaat met maatschappelijke versnelling. Dit lijkt een negatieve constatering, omdat stilstand achteruitgang zou betekenen, maar Rosa begrijpt deze stilstand eerder als een noodzakelijk gebeurtenis omdat de maatschappelijk versnelling anders niet zou kunnen bestaan; zolang politieke en culturele instituties over de verschillende generaties gelijk blijven, is het mogelijk dat er maatschappelijke versnelling plaatsvindt zonder dat de hele samenleving ten onder gaat. Het is als de onbewogen beweger, uit de klassieke filosofie, waardoor beweging kan bestaan.
Dertig jaar na de val van de Berljnse muur veranderen inhouden van politieke en culturele instituties binnen generaties en wordt het de vraag wàt er over de generaties heen gelijk blijft om maatschappelijke versnelling mogelijk te doen zijn. Rosa schrijft over vervreemding, die het gevolg zou zijn van het asynchroon lopen van maatschappelijk versnelling, aan de ene kant, en de inhouden van politieke en culturele instituties, aan de andere. Vervreemding, dat Rosa als begrip leent van Karl Marx, heeft tot gevolg dat men als individu steeds minder datgene doet waar men zich eigenlijk goed bij voelt, in werk en privé.

Ik las de razende stilstand van Virillio terug bij Rosa en bedacht dat de kunst natuurlijk één van die culturele instituties is die maar beter gelijk kunnen blijven, over de generaties heen, om op die manier de ervaring van vervreemding te doen keren in het tegendeel. Dat wil voor mij niet zeggen dat er geen andere of nieuwe inhouden in de kunst kunnen ontwikkeld worden, maar dat die inhouden verbonden zijn met wat eerder in dezelfde kunst tot stand werd gebracht. Die continuïteit kan misschien zelfs doorbroken zijn, tussen de generaties, maar het verlangen naar schoonheid is universeel en tijdloos.

Meer nog wil ik denken dat de kunst de enige van de maatschappelijk instituties is die, met gebruikmaking van het voertuig van de schoonheid en ondanks de avant-garde Schok van het nieuwe, over de decennia heen in staat blijkt om verbanden te denken, te ervaren en te zien. Wat ik vrees is dat de terminologie van de kunst en die van de kunsthistorie en -theorie, ontoereikend zijn om zulke verbanden levendig aan het algemeen publiek te tonen of te vertellen. De tentoonstelling, met als titel Razende stilstand vormt de poging, poëtisch misschien, om een ander beeld- en betekenisregister te gebruiken.
Het verhaal
Alle belangrijke maatschappelijke figuren werden in de jaren zestig en zeventig van hun voetstuk gehaald; kunstenaars stapten er echter zelf vanaf, zoals Camiel van Winkel schrijft in zijn inleiding bij Een Rosa Poëtica. Voor de kunstenaar werd het moeilijk nog te zien wat de artistieke problematiek was en dat werd duidelijk in de volgende vraagstellingen: "Wat is kunst?" en "Waarom is het kunst" en "Wanneer is het kunst?", niet noodzakelijk in deze volgorde. Bij alle maatschappelijk veranderingen zijn deze vraagstellingen over de kunst de meest problematische kwestie gebleken voor kunstenaars, en niet in de laatste plaats voor het algemeen publiek.

Gedurende de halve eeuw na 1970 is de hedendaagse beeldende kunst veel publiek kwijtgeraakt in de veronderstelling dat kunst moeilijk is, abstract en onbegrijpelijk. Dat is niet waar, kunst is gemakkelijk, maar de positie van de kunstenaar veranderde en het publiek kon niet bepalen met wie het te maken had; rolverwarring gaat vooraf aan maatschappelijk en ander onbegrip. De kwestie is niet welk verhaal verteld wordt maar wie het is die vertelt. De drie typische vragen van en naar de kunst kunnen niet aan de orde komen als men het niet eens is over wie of wat de kunstenaar is.
In Razende stilstand bestaat de handreiking aan het publiek er niet uit dat er een toepasselijk vocabulaire wordt gegeven, doordat bijvoorbeeld de terminologie van de kunstgeschiedenis wordt omgevormd naar dagelijkse uitdrukkingen. Als ik al zou weten hoe die omvorming moet gebeuren, zou ik het niet met de methode eens zijn omdat de vertaling een verandering van betekenis inhoudt. Het zou dan om een andere vertelling gaan dan dat men in kunsthistorische termen zou geven; alsof men een verhaaltje vertelt waarin men zelf maar met moeite kan geloven. Er is óók een kunsthistorisch verhaal te vertellen, in een ander forum echter.

Men zal de vraag naar wie of wat de kunstenaar is, niet kunnen beantwoorden; veel kunstenaars hebben die vraag tot problematiek van het eigen oeuvre gemaakt, zoals Sef Peeters bijvoorbeeld. Die vraag is ook niet de eerste die men zich kan stellen, publiek niet althans. Men kan erbij uitkomen wanneer men in de eigen terminologie idee heeft van de betekenis van werken. Iedereen heeft termen waarmee men zichzelf, de anderen, het leven en de dingen beschouwt. Aan Razende stilte is het de taak dat men in staat gesteld wordt om die termen voor het begrijpen van kunst aan te wenden.

Zoals gezegd is Razende stilstand een collectiepresentatie. Er wordt hedendaagse kunst gepresenteerd uit de collectie van Stedelijk Museum Breda, aangevuld met enkele bruiklenen. Op deze manier maakt het museum duidelijk dat het ernst is met het samenstellen en het onderhouden van een waardevolle collectie hedendaagse kunst. Zowel de collectie als de presentatie zijn onvolledig. De tentoonstelling toont waar vanuit het museum wil vertrekken, niet om de volledigheid te realiseren die onmogelijk is, maar om een helder beeld te geven van de kunst in de laatste vijftig jaar van de vorige eeuw en de eerste vijftig jaar van de huidige eeuw…

… en verder, en verder, en verder de eeuw in.
foto's: Max van Rosmalen
foto's: Max van Rosmalen

foto: Studio Tromp
foto: Studio Tromp
foto: Studio Tromp
foto: Studio Tromp

foto: Studio Tromp
foto: Studio Tromp
foto: Studio Tromp
foto: Studio Tromp
WERK
  • tekst
    Naar kunst kijken en over kunst lezen, altijd is er taal. Om te kunnen spreken over de kunst, om erover te kunnen denken. Étoile du Nord schrijft voor en over kunstenaars, met organisaties en instellingen. Om het oeuvre te kennen, nu en voor toekomst. Om te weten wat moet gebeuren bij organisaties.
  • mentor
    Ieder talent verdient een mentor, om verder te komen, om in wisselwerking een betekenisvolle relatie aan te gaan. Étoile du Nord werkt met kunstenaars die zich karakteristiek willen positioneren in een relevant netwerk. Kunstenaars die kritisch willen argumenteren over hun werk. Kunstenaars reflecteren in de verschillende werkvormen die Étoile du Nord aanbiedt.
  • productie
    Beeldende kunst wordt gezien in tentoonstellingen, op internet en in andere publieke ruimten. Door die confrontatie is de kunst rijker aan betekenis. Étoile du Nord produceert publieke presentaties en heeft meer dan drie decennia ervaring. Solo's en museale groepsexposities, intieme tentoonstellingen in huiskamers en grootste beurzen in gashouders. Van plan tot realisatie, dat is het werk van Étoile du Nord.
  • bestuur
    Als het er is, wordt het vanzelfsprekend dat het er kwam. Maar elke expositie of manifestatie of publicatie is gemaakt, in samenwerkingen van instellingen en door betrokkenheid van mensen. Étoile du Nord is zich bewust van de noodzaak tot organisatie en draagt daaraan bij, zo nodig belangeloos. Altijd met gevoel voor resultaat.
  • vrije val
    Laat er kunst zijn en laat er taal zijn. Het werk van Étoile du Nord wordt gemotiveerd door de eigen artistieke praktijk. Het creëren van autonome beelden én het schrijven van vrije tekst is de beste uitgangspositie voor advies en organisatie. Étoile du Nord is verweven met het picturale en het dramatische.