Matijs van de Kerkhof
catalogustekst
2021 06
De tekst van een interview, door Esther van Rosmalen, voor Witte Rook werd overgenomen door de kunstenaar voor deze publicatie.

Buiten de tijd om leven

Nuenen ligt net als Zundert in Brabant, niet heel ver weg behalve wanneer heel Nederland vol ligt met sneeuw en ijs. Als je dan zoals Matijs van de Kerkhof in je woonplaats iets moet ophalen, dan kun je niet zomaar terug en zo nam zijn residency in Zundert een onverwachte wending. Zijn verblijf bij AiR van Gogh was wegens omstandigheden verlengd, maar de grillige natuur zorgde ervoor dat hij niet alle extra tijd kon benutten. Voor Matijs was het goed zo, hij heeft genoeg gelegenheid gehad om zich op te sluiten in het gastatelier. Heel veel anders kon hij ook niet doen nu, en eigenlijk beviel hem dat wel.

Koortsachtige drift
De eerste dagen waren voor Matijs die van gewenning. Wennen aan het feit dat hij zonder vrienden en bekenden in een vreemde plaats is, alleen met zichzelf als gezelschap. Dit had als voordeel dat hij met onverdeelde aandacht kon beginnen, vol gas, maar misschien iets te ijverig. Dagen en nachten werkte hij door tot praktische redenen zijn enthousiasme temperde tot het nemen van meer rust.

“Ik ervaarde in het begin een koortsachtige drift. Ik had vooraf veel gelezen over Vincent, hoe hij in Frankrijk enorm productief was, en dat stak me aan en bracht me in eenzelfde soort roes. Ik maakte twee schilderijen per dag, en die creatieve explosie is ook aan de opbrengst te zien. Normaal gesproken werk ik ook zo, maar dan in horten en stoten. Ik heb in mijn dagelijkse routine kaders geplaatst om tot een eindresultaat te komen met zo min mogelijk stappen. Ik wil het niet doodschilderen, wat betekent dat ik ook imperfectie – het woord mislukking gebruik ik niet graag – moet toelaten. De keuze komt achteraf, en als het raak is dan is het goed raak. Er valt zo veel af, maar dat maakt deze werken voor mij niet minder waardevol. Ze zijn onderdeel van het proces en leveren weer iets anders op. Zo maakte ik een klein doekje met zonnebloemen dat ik heb overgoten met een mengsel van vernis en acryl. Nog nat zag het er heel goed uit, maar het droogde anders op dan ik verwachtte. Deze ontdekking kon ik wel weer gebruiken in een ander werk door het bewust als techniek toe te passen. Dat is bij een werk waarin de beeltenis van Vincent voorkomt, half transparant en half opake, net als de dualiteit van Vincent zelf.”
Ander soort leven
Matijs had Vincent vooraf niet voorgesteld als een zelfverzekerde persoonlijkheid. Hij had een beeld van de arme kunstenaar in gedachten tot hij erachter kwam hoe de verhouding met zijn broer was, en hoe die hem ondersteunde. De brieven maakten hem duidelijk dat Vincent dankzij die steun een eigen leven kon leiden, en zijn uitzonderingspositie als iets positiefs ervaarde en daar ook gebruik van maakte.

“Ik heb geen oordeel over Vincent wat dat betreft, het valt me gewoon op. Het is ook een beetje de spiegel voor mezelf, als kunstenaar sta je een beetje buiten de maatschappij, een gevoel van uitzondering kan daarop gebaseerd zijn. Er valt in die zin van te leren: dit is wat ik doe en dat heeft waarde! Dat is nogal wat om van jezelf te zeggen. In die zin is Vincent niet doorsnee Nederlands in zijn overtuiging hoe hij samen met Gauguin met hun nieuwe schilderkunst de wereld zou veranderen. De revolutie in de kunst deed je toen samen, nu is het veel individueler zonder stromingen zover ik me daar bewust van ben. Niet dat ik dat nodig heb, de schilderkunst heeft zo’n beetje alle uithoeken wel verkent. Als kunstenaar is er altijd wel de confrontatie met je voorgangers, en moet je jezelf van binnenuit vernieuwen. Zelf probeer ik dat te doen door een zo breed mogelijk palet van mogelijkheden te hebben. Zo heb ik onlangs een graphic novel getekend omdat ik het leuk vind om die beeldtaal te beheersen. Voor mij is het nieuw dat het andere voorwaarden heeft zoals dat het leesbaar en herkenbaar moet zijn. Het verhaal is geschreven door Maurice van Turnhout, een jeugdvriend, en gaat over de historie van Eindhoven. Het eerste deel is nu uit en daarna volgen er nog twee andere delen. Het geeft veel vrijheid om zulke uitstapjes te maken zodat ik niet vast zit aan één idee, jezelf bevrijden van jezelf. Veel dingen doe je omdat het zo geleerd is, die sturen je onbewust. Ik wil de vrijheid hebben om ook een compleet abstracte vorm te kiezen en zal, hoewel ik het liefst allemaal doe, altijd trouw blijven aan de schilderkunst.”
Interesse in het duister
Rustig aan doen is bij Matijs meer structuur aanbrengen binnen de dag, hoewel dat niet zijn gewoonte is. De pauzemomenten die zich normaal aandienen zoals lezen, muziek luisteren en bekenden bellen om over andere dingen te kunnen spreken moest hij nu bewust opzoeken om weg te zijn uit het atelier.

“Ik leef naar mijn idee een beetje buiten de tijd om en meet niet in tijdvlakken. Dat scheelt een hoop stress en dan heb je alle tijd. Zo had ik de rest van deze periode gewoon door kunnen werken als ik niet door de sneeuw overvallen werd. Ik kon me zo meer concentreren op een werk, sommige doeken heb ik zelfs later aangepast ondanks mijn principes. Je mag best zien dat er verschillende concentratiemomenten zijn geweest, dan staat het dichter bij het leven. Je leven kun je ook niet steeds overdoen. Achteraf prutsen is dan weer niet wat ik wil, het mag best een beetje schuren in een schilderij al is het alleen al om reacties te krijgen.
Portretten spelen in die zin nu ook een rol. Vooral de ogen die terugkijken naar de toeschouwer terwijl je je niet altijd daaraan kunt relateren. Ik werk vaak met een laag die het obscuur maakt, een deel verbergt en niet herkenbaar maakt. Dat is mijn neiging naar het duistere, of laat ik het mijn interesse in de schaduwkant noemen. Het heeft ook een louterende functie, ik denk dat het een manier is om je angst beheersbaar te maken. Dan verliest het zijn kracht. Tegelijkertijd verberg ik ook dingen door het over te belichten, je kunt ook nooit de hele waarheid kennen. Dat heb ik voorheen gedaan bij schilderwerken gebaseerd op mijn polaroidcollectie uit de jaren 70. Daar hangt een bepaalde mystiek omheen, bijna theatraal.”
De verf als verf
De verf die Matijs kocht via internet omdat de winkels dicht zijn gedroeg zich anders dan hij gewoon was. De kwasten waren van de verkeerde haarsoort en het grote doek in het atelier bleef onbeschilderd, omdat het net te laat arriveerde om nog aan te kunnen werken. Een aaneenschakeling van tegenslagen en beperkingen die het hem juist mogelijk maakten om op nieuwe manieren te schilderen.

“Het heeft zeker ook frustraties gekost. Ik zou nooit zo fel verf uit de tube gebruiken ware het niet dat ik vooral de bezigheid van Vincent wilde vastleggen. Het is zijn invloed geweest deze weken om het experiment aan te gaan met het platte en het pasteuze van de verf. Het werk dat ik gemaakt heb naar ‘De zaaier’ was oorspronkelijk niet zo bedoeld. Het uitgangspunt was een ander schilderij waar de Japanse invloed bij mij leidde tot een structuur van fijne klodders verf waarin ik de Zaaier herkende. Een duidelijk voorbeeld van het werken in twee delen. Het is zoeken naar de grens in hoeverre je kunt abstraheren, in hoeverre de toeschouwer iets nodig heeft voor herkenning. Het is lastig, gek zelfs, om dat te bepalen. Ik heb zelfs met de kraan geschilderd, de doeken onder de waterstraal gehouden en zo de verf weg laten lopen, gewoon omdat het mogelijk is. Deze werkperiode heeft me de vrijheid gegeven om mijn comfortzone te verlaten. Dat wil niet zeggen dat ik geen keuzes heb gemaakt. Ik wilde geen gezellig werk maken en ging uit van Vincent zijn zelfportretten, zijn achterdochtige blik om te proberen de moeilijk te duiden stemming neer te zetten. Het is niet onbelangrijk om mensen te confronteren met het ongemakkelijke van zijn psychische problemen. Die kant hoort ook bij hem, net als het vrolijke uitbundige van zijn heldere kleuren. Vincents rotsvaste overtuiging, zijn innerlijke drijfveer, zijn allesoverheersende intrinsieke werkethos, dat kom je niet vaak meer tegen. Dat werd mijn innerlijke drijfveer.”
foto's: Esther van Rosmalen
foto's: Esther van Rosmalen


WERK
  • tekst
    Naar kunst kijken en over kunst lezen, altijd is er taal. Om te kunnen spreken over de kunst, om erover te kunnen denken. Étoile du Nord schrijft voor en over kunstenaars, met organisaties en instellingen. Om het oeuvre te kennen, nu en voor toekomst. Om te weten wat moet gebeuren bij organisaties.
  • mentor
    Ieder talent verdient een mentor, om verder te komen, om in wisselwerking een betekenisvolle relatie aan te gaan. Étoile du Nord werkt met kunstenaars die zich karakteristiek willen positioneren in een relevant netwerk. Kunstenaars die kritisch willen argumenteren over hun werk. Kunstenaars reflecteren in de verschillende werkvormen die Étoile du Nord aanbiedt.
  • productie
    Beeldende kunst wordt gezien in tentoonstellingen, op internet en in andere publieke ruimten. Door die confrontatie is de kunst rijker aan betekenis. Étoile du Nord produceert publieke presentaties en heeft meer dan drie decennia ervaring. Solo's en museale groepsexposities, intieme tentoonstellingen in huiskamers en grootste beurzen in gashouders. Van plan tot realisatie, dat is het werk van Étoile du Nord.
  • bestuur
    Als het er is, wordt het vanzelfsprekend dat het er kwam. Maar elke expositie of manifestatie of publicatie is gemaakt, in samenwerkingen van instellingen en door betrokkenheid van mensen. Étoile du Nord is zich bewust van de noodzaak tot organisatie en draagt daaraan bij, zo nodig belangeloos. Altijd met gevoel voor resultaat.
  • vrije val
    Laat er kunst zijn en laat er taal zijn. Het werk van Étoile du Nord wordt gemotiveerd door de eigen artistieke praktijk. Het creëren van autonome beelden én het schrijven van vrije tekst is de beste uitgangspositie voor advies en organisatie. Étoile du Nord is verweven met het picturale en het dramatische.