Ik ben blij en dan voel ik tranen komen,
Maar ik ben niet triest of droevig.
Ik zag een jonge reiger
In de zon staan op een tak.
Net als ik, op een boomstronk.
Hij schudde zijn veren.
Ik schudde mijn hoofd.
Hij klapwiekte, ik klapwiekte,
Om te leren vliegen.
Alles heel stil en ik hoorde een vlieg zoemen.
Ik ben blij en dan voel ik tranen komen,
Maar ik ben niet triest of droevig.
Ik stapte op een kantelsteen
En stoorde een nest wespen.
Eén stak gemeen en ik schreeuwde,
Mijn moeder hoorde me.
Een grote bult kwam snel
Midden op mijn voorhoofd.
Ik word liever geen eenhoorn.
Alles werd heel stil en ik hoorde een vlieg zoemen.
Ik ben blij en dan voel ik tranen komen.
Maar ik ben niet triest of droevig.
Als de grote vissen er niet zijn
Dan vergaat de wereld.
Gelukkig zijn er kleine vissen
Dan vergaat de wereld niet.
En ik loop verder door
Uit de stad naar het bos
Want dat is er voor mij.
Daar is het heel stil en ik hoor er vliegen zoemen.
Ik ben blij en dan voel ik tranen komen.
Maar ik ben niet triest of droevig.
In het bos, maar ook in huis,
Zit de vlieg op mijn hand,
Drinkt aan mijn ooghoek,
Plakt aan mijn wang,
Loopt over m'n bord,
Vliegt driehoeken om de lamp.
De vlieg is er altijd.
Wat probeert die vlieg mij te vertellen?
Ik kijk het enkel aan en zie het gebeuren
Alsof ik hoger sta en onaangedaan kan
Blijven terwijl ik de kreten en schreeuwen hoor,
Van het opgejaagde dier, van de mens in nood.
Het doet me iets, het doet me niets
Het doet me niets en iets ineen.
Ik zie het enkel en weet van het gebeuren
Alsof het niet mijn soort is of mijn familie,
Terwijl het hun kreten zijn en schreeuwen misschien.
Er valt een man, mijn vader is het of mijn broer.
Het doet me iets, het doet me niets
Het doet me niets en iets ineen.
Ik weet het enkel want ik ken het gebeuren
Alsof ik het zelf bedacht heb en voorspeld.
Terwijl het zo onvoorstelbaar is dat niemand
Zich kan indenken dat het werkelijkheid wordt.
Het doet me iets, het doet me niets
Het doet me niets en iets ineen.
Ik ken de feiten en ik laat het gebeuren
Alsof het onafwendbaar is, noodzakelijk.
Terwijl verandering nog mogelijk is maar
Niemand is er die het kan of wil voorkomen.
Het doet me iets, het doet me niets
Het doet me niets en iets ineen.
Ik fluister deze zin,
Om jou te irriteren,
Want als ik irriteer,
Dan luister je naar mij.
Nu weten jullie wie ik ben,
Alle irritante beesten ben ik.
Kijk je naar mij dan zie je jezelf,
Alle lieve dieren samen bij elkaar.
Kus elkaar, streel elkaar, kroel ineen.
Ik weet wie jullie zijn,
Alle monsters samen bij elkaar.
Ik kijk ernaar en zie mezelf,
Buiten binnenmonsters overal.
Bijt elkaar, klauw elkaar, krimp ineen.
Vliegensvlug verander ik,
Maar jullie zelven blijven gelijk.
Achterelkaar ben ik jullie allemaal
Of tegelijkertijd maar dan veel liever.
Bijt mij, streel mij, blijf bij mij.
Ik fluister deze zin
Om jou te irriteren,
Want als ik irriteer,
Dan luister je naar mij.