De wil en het zijn
bij de expositie van Joos van de Plas
Phoebus Galerie Rotterdam, 2024 10
Onder de titel Nursing Beauty exposeerde van 6 oktober tot en met 1 december Joos van de Plas nieuwe werken in Phoebus Galerie, met vlinders als thema. Ad van Rosmalen schreef een tekst over de achtergronden van haar werk.

Joos van de Plas: luna, 30*20 cm, acryl op linnen
Joos van de Plas: luna, 30*20 cm, acryl op linnen
De wil en het zijn
Ooit was het ketters te denken dat de mensheid een principiële eenheid vormt, want zwarten en witte konden toch niet een gelijk plaats hebben onder de hemel, of in de hemel. Ooit waren dieren mechanische wezens, ingenieuze wezens dat wel, met als doel de mens in schoonheid te dienen en de hongerigen te voeden. Ooit ontstond er blindheid voor planten, groen en onbeweeglijk, daar kon geen ziel in huizen. In het dagelijks gebruik wordt de ketterse gedachte racisme genoemd, is de mechaniek van de dieren uitgegroeid tot bio-industrie en moeten de regenwouden gered worden van de blindheid voor levendig groen.

Misschien dat kunstenaars beter wisten, dat is goed mogelijk, tenslotte zien zij andere dingen dan de volgzame goegemeente (1). Hun werken zijn dubbelzinnig en dan kunnen mensen gelijke plaatsen hebben, dieren bezield worden en spreken, kan de plantenwereld meer zijn dan het decor voor grootste daden en gevoelens. In de kunst gaan mensen over in laurierbomen, in de verbeelding zijn hazen en schildpaden op een fractie na even snel en loopt een monnik de kans om te biecht te gaan bij Broeder Wolf. Alles ademt eenheid van leven, nadat het eenmaal begonnen was als een samengaan van wat heet dode materie.
Maria Sibylla Merian
Maria Sibylla Merian

Of al deze gedachten telkens het motief vormen voor of in het werk van Joos van de Plas is natuurlijk de vraag, maar hoe anders zou zijn zich een kunstenaarsleven lang kunnen geïnspireerd weten door het natuurlijk leven op de planeet Aarde? De al genoemde schoonheid van de natuur zou voldoende kunnen zijn, wanneer men er oog voor heeft. De wil en lust om te creëren, diep gelegen in de ziel van iedereen, is mogelijk een adequate verklaring.

Ook de studieuze aandacht voor de evolutionair ontstane vormenrijkdom, die haar leidde naar het werk van Maria Sibylla Merian (2) en deed reizen naar Suriname, biedt op zichzelf genoeg drijfveer om met minutieuze inspanning beelden en voorstellingen te geven van die rijkdom. Maar schoonheid, wil en aandacht zijn menselijke faculteiten die in het tegendeel kunnen verkeren en lelijkheid, onwil en veronachtzaming teweeg brengen. De tegendelen waarvoor de kunstenaar niet koos.
Joos van de Plas, Kweekkooi III, Luna Dreamcatcher (detail)
Joos van de Plas, Kweekkooi III, Luna Dreamcatcher (detail)

Wanneer het dan niet enkel de ervaren schoonheid, of de wil en aandacht het motief leveren, wat dan? Misschien dat er antwoord te vinden is in de jarenlange bestudering, en verwerking tot beeld, van de boeken van Merian. In het bewustzijn dat er in de eeuwen na het publiceren van die boek- en plaatwerken, veel dieren en planten verdwenen zijn, zowel naar aantallen als naar complete soorten, vatte de kunstenaar belangstelling op voor insecten, in het bijzonder voor vlinders. In foto’s en film, tekeningen en schilderijen toonde zij het eigen karakter van de schubvleugeligen, zoals de soortnaam voor vlinders luidt.

Misschien niet louter om de schoonheid van de dieren weer te geven, dat doen zij zelf meer dan voldoende in hun levende aanwezigheid. Het kan zijn dat de kunstenaar haar relatie met dat deel van de levende wereld wilde onderzoeken voordat zij zich gerechtigd voelt om de relatie daadwerkelijk te ervaren. Wanneer men zich afvraagt of het mogelijk is om relaties aan te gaan met insecten, dan gaat men voorbij aan het gegeven dat een relatie niet per definitie inhoudt dat die wederzijds ervaren wordt. Er is niet altijd een huisdier nodig om een zinvolle verhouding te ervaren met andere dieren, zoals met een klasse van insecten of andere ongewervelden. Het is niet alleen mogelijk de groep als geheel onder te brengen in respectvolle omgang met het niet-menselijke, zelfs is het mogelijk om langduriger om te gaan met een individueel lid uit zulke soorten.
Joos van de Plas, Kweekkooi II, UV (detail)
Joos van de Plas, Kweekkooi II, UV (detail)

Het bewijs dat de onderzoekende relatie van de kunstenaar met vlinders veelomvattender is, dan enkel het vergaren van kennis, is misschien wel het feit dat de zij vlinder-eieren zocht. De eitjes, met op zichzelf sculpturale vormen, ging zij verzorgen. De larven, rupsen, voedde zij met de bladeren van specifieke waardplanten. Ze beschermde de cocons tegen schommelingen in temperatuur, bewaakte de juiste vochtigheidsgraad en beluchting. En zij wachtte op de ontpopping.

Een kunstenaar werkt met materiaal, maar Joos van de Plas beschouwt de levende insecten niet als zodanig. Zij bood de rupsen materiaal aan, anders dan bladeren en takjes, om de door hen gesponnen cocons aan te bevestigen en te verstevigen. Dit vanuit de gedachte dat zij zelf zou experimenteren met verschillende stoffen, dus waarom de zouden rupsen dat niet doen? Zo ontstonden fragile bouwwerkjes in samenwerking tussen de kunstenaar en haar rupsen… of tussen de rupsen en hun kunstenaar. In zo’n relatie is er geen nutsdoel, geen boter, kaas & eieren, maar een resultaat dat als schoonheid ervaren kan worden, zonder belangen naar men zegt. Maar nog steeds zou men het opkweken van vlinders kunnen zien als experiment, als onderzoek om tot beter inzicht te komen in de wereld van insecten en planten, bloemen en hun bestuivers, het blijft dan een act van kennisvergaring. Men staat in die zin tegenover de natuur, wat die term ook moge betekenen (3), in plaats van dat men er willens en wetens deel van uitmaakt.
Deel willen uitmaken van de natuur door een betekenisvolle relatie aan te gaan met andere dieren of planten, wordt vaak begrepen als een al te spirituele benadering, als een weinig realistische manier van in het leven te staan. Het zou mystiek zijn. Oh wee, dat kan nooit tot authentieke kunst leiden.
Joos van de Plas, Kweekkooi I, Life Varia (detail)
Joos van de Plas, Kweekkooi I, Life Varia (detail)

In de christelijke traditie wordt mystiek ook niet altijd vertrouwd, maar is er een interessant onderscheid gevormd tussen de zogenaamde wilsmystiek en de zijnsmystiek, tussen de mystiek van Franciscus van Assisi (1181 – 1226) en die van Johan van het Kruis (1542 – 1591). Waar men de wil laat prevaleren om één te worden met de natuur en de dieren, zoals Franciscus voorstond om op die manier de grootsheid van Gods schepping te eren, is er in de zijnservaring van overgave sprake, als in de licht brengende eenwording met de godheid, zoals Johan beschrijft in de “Bestijging van de berg Karmel”.

Waarschijnlijk zijn kunstenaars eerder geroepen tot de eerste vorm van mystiek, en kunnen zij de ervaring verbeelden. Heilige zusters en broeders zijn meer van de tweede vorm, de zijnsmystiek, want zij getuigen erover, maar beter zou het misschien zijn erover te zwijgen, zoals wordt gezegd dat de ware mysticus doet.

Kijkend naar de werken van Joos van de Plas, waar zij bijvoorbeeld in grote driedimensionale tableaus voorstellingen van dieren samenbrengt met vlindercocons en andere vaak natuurlijke materialen, kan men haar voortdurende belangstelling voor de natuurlijke wereld zien. Zij kan deel uitmaken van die wereld door haar kennis en ervaring, door haar verbeelding en vormgevoel, om te zetten in beeld. Maar misschien is nog belangrijk dat zij deel uit wil maken van de wereld, van het leven…
1 Zo wisten kunstenaars de Franse overheid ertoe te bewegen om het Woud van Fontainebleau in 1861 tot het eerste natuurreservaat in de wereld te maken.
2 Maria Sibylla Merian (1647–1717) was een natuuronderzoeker en kunstenaar die natuurgetrouwe tekeningen en schilderingen maakte van Europese en Surinaamse soorten.
3 Virginie Maris; Het wilde deel van de wereld; Amsterdam 2021; p38-55. Maris onderscheidt globaal wel vijf moderne natuuropvattingen.

Joos van de Plas, zaaloverzicht Galerie Phoebus Rotterdam
Joos van de Plas, zaaloverzicht Galerie Phoebus Rotterdam

Joos van de Plas, zaaloverzicht Galerie Phoebus Rotterdam
Joos van de Plas, zaaloverzicht Galerie Phoebus Rotterdam
WERK
  • tekst
    Naar kunst kijken en over kunst lezen, altijd is er taal. Om te kunnen spreken over de kunst, om erover te kunnen denken. Étoile du Nord schrijft voor en over kunstenaars, met organisaties en instellingen. Om het oeuvre te kennen, nu en voor toekomst. Om te weten wat moet gebeuren bij organisaties.
  • mentor
    Ieder talent verdient een mentor, om verder te komen, om in wisselwerking een betekenisvolle relatie aan te gaan. Étoile du Nord werkt met kunstenaars die zich karakteristiek willen positioneren in een relevant netwerk. Kunstenaars die kritisch willen argumenteren over hun werk. Kunstenaars reflecteren in de verschillende werkvormen die Étoile du Nord aanbiedt.
  • productie
    Beeldende kunst wordt gezien in tentoonstellingen, op internet en in andere publieke ruimten. Door die confrontatie is de kunst rijker aan betekenis. Étoile du Nord produceert publieke presentaties en heeft meer dan drie decennia ervaring. Solo's en museale groepsexposities, intieme tentoonstellingen in huiskamers en grootste beurzen in gashouders. Van plan tot realisatie, dat is het werk van Étoile du Nord.
  • bestuur
    Als het er is, wordt het vanzelfsprekend dat het er kwam. Maar elke expositie of manifestatie of publicatie is gemaakt, in samenwerkingen van instellingen en door betrokkenheid van mensen. Étoile du Nord is zich bewust van de noodzaak tot organisatie en draagt daaraan bij, zo nodig belangeloos. Altijd met gevoel voor resultaat.
  • vrije val
    Laat er kunst zijn en laat er taal zijn. Het werk van Étoile du Nord wordt gemotiveerd door de eigen artistieke praktijk. Het creëren van autonome beelden én het schrijven van vrije tekst is de beste uitgangspositie voor advies en organisatie. Étoile du Nord is verweven met het picturale en het dramatische.