De wil en het zijn
Ooit was het ketters te denken dat de mensheid een principiële eenheid vormt, want zwarten en witte konden toch niet een gelijk plaats hebben onder de hemel, of in de hemel. Ooit waren dieren mechanische wezens, ingenieuze wezens dat wel, met als doel de mens in schoonheid te dienen en de hongerigen te voeden. Ooit ontstond er blindheid voor planten, groen en onbeweeglijk, daar kon geen ziel in huizen. In het dagelijks gebruik wordt de ketterse gedachte racisme genoemd, is de mechaniek van de dieren uitgegroeid tot bio-industrie en moeten de regenwouden gered worden van de blindheid voor levendig groen.