Dictaat van het oeuvre
Op het gevaar af verstrikt te raken in de aantrekkelijkheid van elliptische zinnen, zoals die ook geleverd worden door de quantumfysische ineenstorting van de golffunctie: "Wanneer we weten waar het is, weten we niet wat het is; wanneer we weten wat het is weten we niet waar het is." Is er zo een antwoord te vinden op de vraag-tentoon-stelling van heden? Het voorwaardelijke, als het is, maakt dat ik links en rechts loer naar het gevaar, hoe probeer je mij een loer te draaien met deze vraag? Hier zijn Hegeliaanse listen van de rede nodig, de inschakeling van de hartstocht, om met opwinding te zoeken naar de mogelijke betekenis van zo'n zin. Om te eindigen met paradoxale onbewijsbaarheid en met een regressieve gang ver voorbij dat einde. Want als we weten waar, verdwijnt de mogelijkheids-voorwaarde van het als en is de vraag naar het waar een zinloze geworden. Op het gevaar af verstrikt te raken … ik ben gewaarschuwd.