Kijkend naar de werken van schilders, altijd is er een hoger doel. Zelfs in de meest aardse voorstellingen of onverhuld erotische tafrelen, de schilder reikt hoger, naar kosmos, liefde en soms God. De beweging die Jacques van Erven maakt doorheen het hele huis, is de concretisering van dat hogere reiken. Vertrekkend vanuit de, weliswaar transparante, realiteit van het glas-in-lood, schildert hij het laagste niveau in een afbeelding. Verder naar boven is er de projectie, nog hoger een kunstwerk, het schilderij. Werkelijkheid, afbeelding, idee, kunstwerk, de schilder doorloopt alle stadia voordat het werk er is. Telkens weer, telkens hoger, altijd kunst.
De atmosfeer is vol signalen en geladen met betekenis voor wie begrijpen wil. Aan dat begrip gaat het vastleggen vooraf, rechtstreeks in de waarneming of onrechtstreeks als een onbestemd gevoel. Het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven. Verdergaand dan eenvoudige waarneming, of vaag besef, zijn de tekeningregistraties van Anouk Bax, geen neerslag van een signaal of weergave van betekenis, maar een autonoom gedreven handschrift dat een beeld geeft van… dat een beeld geeft van… beeld. Op het niveau waarop de kunstenaar registreert is geen talige betekenis, enkel beeld en de hand vormt de betekenis als een mond de woorden.
Wanneer iemand zich omdraait verandert ook de blik van richting. Het zijn ontelbare momenten dat men zich dagelijks omkeert en de kijkrichting laat meedraaien. De kunstenaar blijft echter ontelbare ogenblikken doorkijken in dezelfde richting en ziet wat er gaande is. Een vreemde lichtval, de sombere aura van een object en soms een oplichtende kleur die zou verdwenen zijn als zij niet kijken bleef. Geertje Kapteijns zoekt richtingen voor de blik en fixeert die in schetsen en in tekeningen, zodat anderen kunnen meekijken. Niet om te zien wat zij zag, maar om de mogelijkheid te laten bestaan van dat andere zien.
Bij het web van verhalen dat men over zichzelf vertelt, aan anderen en over anderen, geldt één voorwaarde vooraf, er is eerst geluisterd naar wat er gaande is. Geen sjamaan in de wereld of orakelspreker kan zonder kennis van zijn gemeenschap betekenisvolle uitspraken doen. Daarom zijn de verhalen van beeldende kunstenaars boeiend en verrassend, zij hebben kennis van de wereld rondom en niet zo'n beetje. Als men de rivier afzakt, als men een gat in de ruimte slaat of springt, is die actie voor alle omstanders aanleiding om zich te laten kennen en daar staat Jeroen Offerman scherp te luisteren.
Alsof dode stof wordt aangeraakt, alsof materie een leven krijgt. Zo bekeken is het de magie van de animiste, die bezieling toont van de wereld rondom haar. Terwijl zij weet dat het geen magie is, maar werk en handelingen, die er uiteindelijk toe leiden dat het materiaal zich toont zoals het de bedoeling was. Sanne Muiser stelt de vraag wier doel het was, het hare of dat van de wollen stof. Het bewustzijn dat het materiaal een eigen doel heeft en een eigen vermogen, is niet vanzelfsprekend maar moet steeds opnieuw op het denken van het handeld persoon bevochten worden.
Telkens wanneer het lover beschutting biedt, wil men de situatie verlengen, meenemen naar andere plekken of als verlangen laten bestaan. De kunstenaar kan niet tevreden zijn met verlengen, meenemen of verlangen; zij wil de ervaring delen. De onmogelijkheid de ervaring te delen, als men niet tegelijkertijd onder het lover ligt, vormt de begrenzing van het bestaan. Men kan erover vertellen, leuk, men kan de plek bijzonder noemen, fijn, maar meer wordt het zelden. Marjan Wester neemt geen genoegen met de begrenzing en herschept in het Kunsthuis de oorspronkelijke situatie en als men de tijd neemt is er de ervaring ook.
Is alleen de uitspraak dat er vaststaande feiten zijn een vaststaand feit? En blijft het feit feit als het van alle kanten bekeken wordt? Geen vragen voor de kunstenaar omdat zij de feiten kantelt en keert naar eigen genoegen en noodzaak. Komt men uit de kelder omhoog dan is die gebeurtenis alleen mogelijk als men eerst afdaalde. Daarom is het woord "Welkom", dat boven aan de keldertrap geschreven is, dubbelzinnig van boodschap: Is het een welkom in de omgekeerde onderwereld of in de teruggekeerde bovenwereld? Lilia Scheerder is te slim voor het doen vaststaande uitspraken en weet een wereld beter.
… maar dat willen we wel. Dat men de omgeving kan begrijpen is te danken aan het vermogen om schematische voorstellingen te construeren op basis waarvan men handelt. Vrijwel nooit is dat problematisch, zolang maar duidelijk blijft wat de kaart is en wat het gebied, wat het model is en wat de werkelijkheid. In de reeks panelen, die Gijs Pape maakte van het uitzicht op een balkon, zien we verschillende modellen en geen ervan is helemaal waar. Het lijken de schema's te zijn van verschillende mensen die allemaal een voorstelling maakten van dezelfde scene. Veelzijdig als de kunst kan zijn.