Raketstart
tentoonstelling hedendaagse beeldende kunst
Stedelijk Museum Breda, 2019 06
Esther van Rosmalen stelde met, onder anderen Marjolein van de Ven, de tentoonstelling samen. De tentoonstelling vormde het startpunt van hernieuwde aandacht van Stedelijk Museum Breda voor kunst en kunstenaars in de stad en regio.

Raketstart vanuit de Bredase Binnenstad
Raketstart vanuit de Bredase Binnenstad
Raketstart vanuit de Bredase Binnenstad

In 1965 maakt Pieter Laurens Mol (1946, Breda) de tekening Raketstart vanuit de Bredase Binnenstad. Op het werk is het aanzicht van Breda te zien, te herkennen aan de Grote Kerk die boven de rest van de gebouwen uittorent. Links van de kerk stijgt een raket op. In volle vaart schiet hij de hoogte in, wolken achter zich latend, bestemming onbekend.

Raketstart is een aangrijpend werk dat de verbeelding prikkelt. Daarnaast verwijst het naar een belangrijke periode in het leven van de kunstenaar. Zo is het allereerst een afspiegeling van zijn tienertijd en zijn passie voor de ‘raketterij’. Op dertienjarige leeftijd leert Mol het timmervak aan de Bisschoppelijke Nijverheidsschool in Voorhout. Vervolgens studeert hij een korte periode bouwkunde in Dordrecht, in navolging van zijn vader die als architect werkzaam is in het katholieke zuiden. Na het vroege overlijden van zijn vader gaat Mol fotografie studeren op Academie St. Joost, waar zijn toelating vlotjes verliep dankzij enkele kunstenaars die er les gaven en waarmee zijn vader in het verleden had samengewerkt. Al na anderhalf jaar besluit Mol er de brui aan te geven. Door al deze eerste levensfasen heen is hij gefascineerd door ruimtevaart en vliegen, zwaartekracht en explosieve stoffen. Hij is niet de enige, meerdere jongeren uit de ‘Space Age’ generatie dromen van kunstmanen en zijn net als hij gegrepen door de heldendaden van Gagarin en Glenn. De mogelijkheid om door de ruimte te reizen heeft voor Mol meer betekenis dan alleen technologische innovatie. In het onbevangen moment dat hij de tekening Raketstart maakt ligt ook de toekomst besloten. De opstijgende raket staat voor hem voor avontuur, het onbekende.

‘Raketstart kenmerkt een overgangsfase voor mij. Ik zat nog op de academie of net niet meer. Op de academie is wél een basis gelegd, maar verder was alles redelijk schools. Ik leerde omgaan met de technische camera en allerlei tekenmaterialen. Verder was de academie natuurlijk een interessant platform omdat je met gelijkgestemde leeftijdgenoten in contact kwam. Daardoor ging er een wereld voor me open, vooral na de relatief strenge en ouderwetse aanpak die ik gewoon was tijdens de periode op het internaat van de nijverheidsschool. Dat was fantastisch. Met Raketstart stond ik op een drempel, een tuimelmoment op weg naar mijn bewustwording over het belang van het kunstenaarschap. Door het vurige verlangen naar kunst begon ik langzaam maar zeker te beseffen hoe belangrijk, en vooral hoe onmisbaar, kunst voor me aan het worden was. In zoverre dat mogelijk is als je zo jong bent natuurlijk. Hiermee liet ik ook het jeugdige, fantasievolle en dromerige van mijn “raketfase” achter me. Het is uiteraard een persoonlijk verhaal, maar voor mij wel heel belangrijk.
Aangezien ik me in de raketgeschiedenis had verdiept, was ik me ook heel bewust van de dubbelzinnigheid van de raket als voertuig en symbool. Als je kijkt naar de ontwikkeling van deze machine, dan heeft hij in feite voor 95% dood en verderf gezaaid. Voor het grootste gedeelte heeft de raket militaire doelen gediend en maar een klein beetje bijgedragen aan een hoopvoller utopie, zoals de ruimtevaart. Die dubbelzinnigheid vind ik interessant. Denk maar aan de Russische luchtdoelraketten of de lanceringen in de Gazastrook tegenover het nieuws over spectaculair wetenschappelijk ruimteonderzoek. Mensen zouden ergens ook hele griezelige associaties bij Raketstart kunnen hebben, maar zo is het niet bedoeld. Voor mij was het een droom, een bijna romantische gedachte met een groot verlangen: Ik sta op de Academiesingel eendjes te voeren vlak bij het Valkenbergpark, ik hoor een brullend geluid, ik kijk op en zie achter de Koninklijke Militaire Academie een helse vlammenzee en het beeld van een raket die vanaf de Bredase markt opstijgt. Prachtig!’
Raketstart vanuit de Bredase Binnenstad diende als inspiratie voor de titel van de huidige tentoonstelling: Raketstart – Nieuwe beeldende kunst uit Breda. Binnen deze tentoonstelling verwijst het werk naar de stad als lanceerplatform voor talent en verbeelding. De tentoonstelling is een eerste stap om beeldende kunstenaars die verbonden zijn met de stad weer een institutioneel podium te bieden. Zo’n podium heeft sinds de sluiting van Kunstencentrum De Beyerd, vijftien jaar geleden, aan Breda ontbroken. Maar ook in de decennia daarvoor is de situatie voor kunstenaars in de stad niet altijd ideaal. Zo vindt in 1979 Breda Schaam Je plaats. Tijdens deze twaalf uur durende kunstmanifestatie protesteert een groep kunstenaars met lange performances tegen het gemeentelijke cultuurbeleid, of eigenlijk het gebrek daaraan.

‘Gek genoeg was ik niet erg actief betrokken bij de manifestatie Breda Schaam Je. Ik had het geluk dat ik af en toe in Amsterdam verbleef. Daar deed ik veel contacten op, waaruit onder andere het In-Out Center is ontstaan. Dat is een opstap geweest voor mij, maar dat was dus niet binnen Breda. In Breda was het moeizamer, lastiger. Zo deed ik ooit een voorstel aan Kunstencentrum De Beyerd. Ik gaf aan dat ik door mijn betrokkenheid bij het In-Out Center* buitenlandse contacten had opgedaan en dat het zo fantastisch zou zijn als daarmee een tentoonstelling zou worden georganiseerd. Er zaten kunstenaars uit IJsland en Latijns-Amerika bij. Het was een avontuurlijk, jong, vitaal gebeuren. Maar het voorstel werd niet opgepakt, wat zorgde voor frustratie.
Het was ook een periode van afbraak. Er gebeurden de gekste dingen met de binnenstad van Breda, wat heel zorgelijk was. Veel mooie dingen verdwenen door kortzichtigheid en op grond van economische belangen. Veel kunstenaars deelden deze frustratie. Zij hebben zich duidelijk uitgesproken door Breda Schaam Je te organiseren. Zo’n intensieve, ludieke tegenzet was heel mooi, het had ook iets blijs in zich. Het was heel zinvol om de energie die kant op te duwen. Het was ook een uitdrukking van betrokkenheid bij de stad. Kunstenaars vonden het jammer dat er zo weinig te doen was. Daarom deed je moeite om dingen van buitenaf aan te trekken, als uitdrukking van je zorgzaamheid.’
foto's: Bas Czerwinski
foto's: Bas Czerwinski
* Het In-Out Center (1972-74) was de eerste onafhankelijke kunstenaarsruimte in Amsterdam opgezet door Michel Cardena, Raul Marroquin, Ulises Carrión, Hreinn Fridfinnsson, Sigurdur Gudmundson, Kristján Gudmundsson, Hetty Huisman, Pieter Laurens Mol and Gerrit Jan de Rook. Het bood een platform aan alles wat nieuw was in die tijd zoals performances, videokunst, visuele poëzie, audiokunst, conceptuele kunst en kunstenaarsboeken. Kort na het sluiten in 1975 sticht Wies Smals De Appel om een plek aan performances te bieden.

foto: Bas Czerwinski
foto: Bas Czerwinski

foto: Bas Czerwinski
foto: Bas Czerwinski
WERK
  • tekst
    Naar kunst kijken en over kunst lezen, altijd is er taal. Om te kunnen spreken over de kunst, om erover te kunnen denken. Étoile du Nord schrijft voor en over kunstenaars, met organisaties en instellingen. Om het oeuvre te kennen, nu en voor toekomst. Om te weten wat moet gebeuren bij organisaties.
  • mentor
    Ieder talent verdient een mentor, om verder te komen, om in wisselwerking een betekenisvolle relatie aan te gaan. Étoile du Nord werkt met kunstenaars die zich karakteristiek willen positioneren in een relevant netwerk. Kunstenaars die kritisch willen argumenteren over hun werk. Kunstenaars reflecteren in de verschillende werkvormen die Étoile du Nord aanbiedt.
  • productie
    Beeldende kunst wordt gezien in tentoonstellingen, op internet en in andere publieke ruimten. Door die confrontatie is de kunst rijker aan betekenis. Étoile du Nord produceert publieke presentaties en heeft meer dan drie decennia ervaring. Solo's en museale groepsexposities, intieme tentoonstellingen in huiskamers en grootste beurzen in gashouders. Van plan tot realisatie, dat is het werk van Étoile du Nord.
  • bestuur
    Als het er is, wordt het vanzelfsprekend dat het er kwam. Maar elke expositie of manifestatie of publicatie is gemaakt, in samenwerkingen van instellingen en door betrokkenheid van mensen. Étoile du Nord is zich bewust van de noodzaak tot organisatie en draagt daaraan bij, zo nodig belangeloos. Altijd met gevoel voor resultaat.
  • vrije val
    Laat er kunst zijn en laat er taal zijn. Het werk van Étoile du Nord wordt gemotiveerd door de eigen artistieke praktijk. Het creëren van autonome beelden én het schrijven van vrije tekst is de beste uitgangspositie voor advies en organisatie. Étoile du Nord is verweven met het picturale en het dramatische.