Dertig jaar na de val van de Berljnse muur veranderen inhouden van politieke en culturele instituties binnen generaties en wordt het de vraag wàt er over de generaties heen gelijk blijft om maatschappelijke versnelling mogelijk te doen zijn. Rosa schrijft over vervreemding, die het gevolg zou zijn van het asynchroon lopen van maatschappelijk versnelling, aan de ene kant, en de inhouden van politieke en culturele instituties, aan de andere. Vervreemding, dat Rosa als begrip leent van Karl Marx, heeft tot gevolg dat men als individu steeds minder datgene doet waar men zich eigenlijk goed bij voelt, in werk en privé.
Ik las de razende stilstand van Virillio terug bij Rosa en bedacht dat de kunst natuurlijk één van die culturele instituties is die maar beter gelijk kunnen blijven, over de generaties heen, om op die manier de ervaring van vervreemding te doen keren in het tegendeel. Dat wil voor mij niet zeggen dat er geen andere of nieuwe inhouden in de kunst kunnen ontwikkeld worden, maar dat die inhouden verbonden zijn met wat eerder in dezelfde kunst tot stand werd gebracht. Die continuïteit kan misschien zelfs doorbroken zijn, tussen de generaties, maar het verlangen naar schoonheid is universeel en tijdloos.
Meer nog wil ik denken dat de kunst de enige van de maatschappelijk instituties is die, met gebruikmaking van het voertuig van de schoonheid en ondanks de avant-garde Schok van het nieuwe, over de decennia heen in staat blijkt om verbanden te denken, te ervaren en te zien. Wat ik vrees is dat de terminologie van de kunst en die van de kunsthistorie en -theorie, ontoereikend zijn om zulke verbanden levendig aan het algemeen publiek te tonen of te vertellen. De tentoonstelling, met als titel Razende stilstand vormt de poging, poëtisch misschien, om een ander beeld- en betekenisregister te gebruiken.