Hoewel de mobiele telefoon geen sacraal voorwerp is, tenminste niet in het kader van religieuze tradities, heeft precies dat object bepaalde eigenschappen overgenomen van de min of meer klassieke reisrelikwieën. De individuele band die de eigenaar van de telefoon ervaart met geliefden, heiligen, het land van herkomst en godsdienst, wordt gerepresenteerd door middel van afbeeldingen die men bewaart in het geheugen van het apparaat. Het is niet enkel bewaren, per dag worden er wereldwijd circa 3 miljard foto's gemaakt met mobiele telefoons, maar denk bijvoorbeeld aan de welkomschermen.
Fons Manders heeft al vroeg in zijn carrière als fotograaf belangstelling voor en compassie met vreemdelingen opgevat. Indertijd waren dat de zogenaamde gastarbeiders, later richtte bij zijn fotografische blik op ingezetenen met een ander land van herkomst. Als vrijwilliger bij een vluchtelingenorganisatie vielen hem de voorstellingen op die mensen kiezen voor het welkomscherm van hun telefoons. Hij fotografeert in eerste instantie, met zijn mobiele telefoon, die schermen en vraagt soms ook naar andere dierbare foto's. Er is een enorme diversiteit van afbeeldingen denkbaar, maar binnen bepaalde groepen van mensen zijn karakteristieken te zien. Precies zoals er in reisrelikwieën kenmerkende elementen worden opgenomen.
De geschiedenissen van bodhisattva's, Maria en de andere Heiligen zijn bekend, in ieder geval aan de dragers van de reisrelikwieën en anderen in diezelfde culturele context. De verhalen van de eigenaren van de telefoons, uit de fotocollectie van Manders, zijn in één opzicht aan iedereen bekend: Men is allen uitwijkeling. Met die vaststelling is precies het algemene karakter gegeven, want al het andere is individueel en particulier. Elke voorstelling op elk afzonderlijk welkomscherm, bijvoorbeeld, is bijzonder, zoals de voorkeur voor bijvoorbeeld een afbeelding van Christus ook particulier kan zijn. En veel van de foto's in het geheugen zijn ook om speciale redenen niet verwijderd.
Hoe Isa uit Tsjetsjenië zijn mobiel vasthoudt, bijvoorbeeld. De fotograaf zal niet gevraagd hebben, aangenomen, om de telefoon als een gewijd en kostbaar voorwerp te tonen aan de toeschouwer, zoals in de Rooms-Katholieke Kerk de hostie in een monstrans getoond wordt aan het kerkvolk. De manier waarop Isa zijn handen gevormd heeft rondom de telefoon duiden op eerbied, niet zozeer voor de telefoon, als wel voor de foto van zijn vader als jongeling. En dus ook eerbied voor de vader. Dat het zijn vader is, wordt duidelijk uit het verhaal. Zonder die informatie was al iets anders duidelijk, namelijk de onmiskenbaar homo-erotische tendens in de afbeelding en de manier waarop de telefoon gepresenteerd wordt. De film Querelle van R. W. Fassbinder is niet ver weg…
De heroïeke afbeelding op de telefoon van Abdullah Sahel, hij zit zelf te paard, contrasteert met de achtergrond waartegen hij de telefoon vasthoudt, een gewoon Nederlandse straat met typische dakkapellen. Zonder iemand het recht op een verblijf in Nederland te misgunnen, vormt het contrast de idee van misplaatst zijn. Man en paard zijn misplaatst in de gewone straat. Hoewel heroïsch is het toch ook tragisch. Met de afbeelding van de paardrijder alleen zou die tragiek niet kenbaar geweest zijn. Juist de foto, de telefoon eigenlijk, tegen de achtergrond van de straat, maakt dat het gebeurt. De betekenis van de serie foto's-van-mobieltjes als geheel wordt daardoor duidelijk.
De telefoon van Rula Mohamed heeft een foto van haar moeder als welkomscherm. Het is een foto van de eerste keer dat zij haar moeder weer zag, in Duitsland waar de vrouw terechtgekomen was na veel omzwervingen. Het blauw van haar kleding en het blauw van de geparkeerde auto op de achtergrond is misschien toevalsesthetiek, maar toeval of niet, het is de artistieke keus van Manders om van dit familiale beeld een weergave te maken. Kijkt men op die manier naar de welkomschermen, dan zijn de afbeeldingen miniaturen die het moderne leven representeren, meer in het bijzonder dat van mensen op de vlucht. Dat is de moderniteit, hoe men ook oordeelt over de noodzaak van mensen om elders een bestaan te zoeken: Geen enkele natie-staat is ingericht om tegemoet te komen aan de diepmenselijke trek om als nomade daar te willen zijn waar de omstandigheden misschien beter zijn voor het gezin en de familie.
Louter vormelijk zijn er veel beeldbetekenissen aan de foto's van mobieltjes op te merken. In de foto van Sama uit Jemen is er sprake van duidelijk beeldrijm tussen haar hand en de hand van de vrouw die haar sluier rechttrekt of vasthoudt. De richtingen van de duim, van Sama, en die van de arm van de vrouw op de foto, lopen parallel. Door het beeldrijm van parallelle lijnen wordt het gracieuze gebaar van de vrouw op de foto benadrukt en het schrijnende van het verhaal van Sama vergroot en de tragiek ervan extra duidelijk. De foto's werken op deze manier als raamvertellingen. Het kader van de foto, met hand van Sama en afbeelding van gesluierde vrouw, vormen samen het verhaal van vluchtelingen.
Frtuna Tesfalem houdt de telefoon, met daarop de lijdende Christus, recht voor haar hart. Dat is op te merken aan de stand van haar hand en de textuur van de kleding die zij aanheeft. Natuurlijk is het over-interpretatie, of kan dat althans zijn, maar Frtuna heeft onwillekeurig besloten die houding aan te nemen en de fotograaf heeft het belang, al dan niet bewust, van die handeling gezien en vastgelegd. Misschien dat ook niet-Christenen de uitdrukking het Heilig Hart kennen, de foto van Manders is een duidelijke verwijzing naar die uitdrukking. Zo ontstaat uit het afbeelden van de afbeeldingen op de welkomschermen een nieuwe verwijzing en in die zin zijn deze foto's van Manders beeldende kunst te noemen.